Deelsessies
RONDE 1
1. Opbrengstgericht werken met jonge kinderen
Modegril of noodzaak? U krijgt informatie over opbrengstgericht werken en kan na afloop afwegen hoe u opbrengstgericht kan (gaan) werken in de eigen organisatie.
Suze van de Pol (CED-Groep)
2. Referentieniveaus, wat kun je ermee in de VVE?
Vanuit de aanpak van Vversterk, verkennen we de praktische gevolgen van de referentieniveaus voor het aanbod op de VVE-locaties, de leidstervaardigheden en het monitoren van de ontwikkeling van de kinderen.
Els Loman en Aafke Bouwman (CPS onderwijsontwikkeling en advies)
3. Hbo’ers op de groep
Een praktische benadering, waarbij de basisschool en de peuterspeelzaal uit Ter Aar meedoen aan een pilot waarin een leerkracht participeert in de peuterspeelzaal. De voor- en vroegschool maken optimaal gebruik van elkaars expertise! We vertellen over de ervaringen en gaan met elkaar in discussie!
Maria Uyterwaal (basisschool De Vosseschans) en Inge van Brugge (MHR Gouda)
4. VVE en kleuters met speciale ontwikkelingsbehoeften
Voor professionals die werken met peuters en kleuters die nét iets meer speciale aandacht nodig hebben is Vversterk Speciaal ontwikkeld. Er wordt dieper ingegaan op spel, rekenen en taal, structuur en instructie, omgaan met verschillen in de groep, het belang van observeren, de aansluiting met handelingsgericht werken, kindvolgend werken en passend onderwijs. Ook komen visies op ontwikkeling en onderwijs aan de orde die goed aansluiten bij passend onderwijs en handelingsgericht werken.
Lilian van der Bolt (Sardes) en Kobi Wanningen (SvO)
5. Overdracht; Werken aan een protocol in zeven fasen
Er is een handreiking overdracht ontwikkeld. Het doel is de overdrachtsprocedure zo optimaal mogelijk te organiseren dat pedagogisch medewerkers/leidsters en leerkrachten handvatten hebben om de overgang van het kind van de voorschoolse instelling naar het basisonderwijs vloeiend te laten verlopen.
Marjan van der Maas en Brigitta Matthijsen (KPC) met een ervaringsdeskundige uit de Liemers
6. Kindvolgsysteem op de voorschool
Daniëlle Heinen en Eveline de Jong laten zien hoe bij hen op de peuterspeelzalen het peutervolgsysteem is ingevoerd. Met dit volgsysteem worden jonge kinderen gevolgd in hun ontwikkeling en is het mogelijk deze te vergelijken met die van leeftijdsgenootjes. Het gaat om de motorische, sociaal emotionele en taalen
rekenontwikkeling.
Daniëlle Heinen (Peuterspeelzaal ’t Kwetternest,Bunschoten) en Eveline de Jong (Peuterspeelzaal de Peuterhof, Bunschoten)
7. VVE: een belangrijke basis voor passend onderwijs
Tesse Nuijten en Annemiek Verschuuren gaan actief met u op zoek naar belangrijke factoren die de basis bieden voor passend onderwijs.
Suzanne Broere en Annemiek Verschuuren (Giralis Groep)
8. Praten met Volle Mond
Praten met Volle Mond is een oefenboek voor pedagogisch medewerkers (in opleiding) die hun taalaanbod willen verbeteren. We leggen uit hoe de methode medewerkers in staat stelt om met de juiste voorbereiding, iedere dag een goed taalvoorbeeld voor peuters te zijn.
Olga Abell (Sardes)
9. Ouders en beroepskrachten: samen sterk!
De handreiking van Sardes gaat in op de stappen die genomen kunnen worden om tot een gezamenlijke visie
en een samenhangend ouderbetrokkenheid beleid te komen. Karin Hoogeveen verzorgt de deelsessie samen
met een ervaringsdeskundige van een VVE-instelling die al een eind op weg is met ouderbeleid.
Karin Hoogeveen (Sardes), en Marlies de Kok (JSO)
10. Reken- en wiskundetaal voor peuters en kleuters
Monique Jeurissen gaat in op het rekentaalgebruik van de leidster en leerkracht: welk leidster- en leerkrachtgedrag werkt nu echt als het gaat om het ontwikkelen van getalbegrip? Recent verschenen onderzoeksresultaten (Universiteit Utrecht) worden gekoppeld aan de dagelijkse VVE-praktijk.
Monique Jeurissen (Eduniek / CED-groep)
22. Ouderbetrokkenheid bij taalstimulering met de methode TOLK
Onderwijskansen voor kinderen beginnen met een voldoende taalontwikkeling. Taal ontwikkelt zich op jonge leeftijd (0-6 jaar) in het gesprek van alledag op school maar vooral thuis. Het is daarom voor de VVE belangrijk dat niet alleen op de locatie het taalaanbod rijk en gevarieerd is, maar dat hiervan ook thuis sprake is. Veel kinderen stappen het basisonderwijs binnen met een taalachterstand. In twintig procent van de gevallen gaat het zelfs om een achterstand van meer dan één jaar. Taalachterstand betekent dikwijls onderwijsachterstand en uiteindelijk schooluitval of laaggeletterdheid. Het probleem ontstaat in het merendeel van de gevallen door onvoldoende bloottelling aan taal. Ouders praten te weinig met hun kind (drukte, telefoon, televisie, computer enz.), ze doen weinig samen met hun kind (nooit samen naar de bakker of een boekje voorlezen), en sluiten niet aan met hun gesprekken bij wat het kind op school heeft beleefd? Ouders realiseren zich niet hoe belangrijk het voor de taalontwikkeling van hun kind en daarmee voor schoolsucces is om dagelijks veel in gesprek te gaan. “Leren doe je toch op school” denken ze? Maar taalontwikkeling is een proces waarin ouders de hoofdrol spelen. Scholen redden het, ondanks alle inspanningen, niet zonder ouders.
De films van TOLK, over de maandthema’s van de VVE, laten ouders zien hoe zij thuis in gesprek kunnen gaan over wat ook op school aan de orde is. Leiding, leerkrachten en andere professionals kunnen als intermediair naast de ouder gaan staan en, aan de hand van de kijkvragen bij de films, met hen zoeken naar mogelijkheden voor hoe het thuis wel kan. Deze deelsessie informeert deelnemers over hoe je als VVE-locatie aan de hand van de methode TOL K voor taalontwikkeling! bruggen kunt bouwen tussen school en thuis ongeacht de culturele achtergrond van ouders of de moedertaal die zij spreken.
D.C. Verheiden-Lels (auteur methode TOLK voor taalontwikkeling!)
Onderwijskansen voor kinderen beginnen met een voldoende taalontwikkeling. Taal ontwikkelt zich op jonge leeftijd (0-6 jaar) in het gesprek van alledag op school maar vooral thuis. Het is daarom voor de VVE belangrijk dat niet alleen op de locatie het taalaanbod rijk en gevarieerd is, maar dat hiervan ook thuis sprake is. Veel kinderen stappen het basisonderwijs binnen met een taalachterstand. In twintig procent van de gevallen gaat het zelfs om een achterstand van meer dan één jaar. Taalachterstand betekent dikwijls onderwijsachterstand en uiteindelijk schooluitval of laaggeletterdheid. Het probleem ontstaat in het merendeel van de gevallen door onvoldoende bloottelling aan taal. Ouders praten te weinig met hun kind (drukte, telefoon, televisie, computer enz.), ze doen weinig samen met hun kind (nooit samen naar de bakker of een boekje voorlezen), en sluiten niet aan met hun gesprekken bij wat het kind op school heeft beleefd? Ouders realiseren zich niet hoe belangrijk het voor de taalontwikkeling van hun kind en daarmee voor schoolsucces is om dagelijks veel in gesprek te gaan. “Leren doe je toch op school” denken ze? Maar taalontwikkeling is een proces waarin ouders de hoofdrol spelen. Scholen redden het, ondanks alle inspanningen, niet zonder ouders.
De films van TOLK, over de maandthema’s van de VVE, laten ouders zien hoe zij thuis in gesprek kunnen gaan over wat ook op school aan de orde is. Leiding, leerkrachten en andere professionals kunnen als intermediair naast de ouder gaan staan en, aan de hand van de kijkvragen bij de films, met hen zoeken naar mogelijkheden voor hoe het thuis wel kan. Deze deelsessie informeert deelnemers over hoe je als VVE-locatie aan de hand van de methode TOL K voor taalontwikkeling! bruggen kunt bouwen tussen school en thuis ongeacht de culturele achtergrond van ouders of de moedertaal die zij spreken.
D.C. Verheiden-Lels (auteur methode TOLK voor taalontwikkeling!)
RONDE 2
11. Met de ouders moet je het doen!
Scholen, voorscholen en andere betrokkenen (gemeenten, instituten) gaan het gesprek aan over ouderbetrokkenheid. Het doel is beter inzicht krijgen in wat er leeft op (voor)scholen en bij ouders, en wat ze nodig hebben om hun verantwoordelijkheid waar te maken. Aan de orde komen kernbegrippen van het LLO-keurmerk voor ouderbeleid: visie, verantwoordelijkheid met en voor elkaar, gelijkwaardigheid, transparantie en toegankelijkheid.
Gaby Evers (OCGH advies)
12. Democraatjes in de dop?
Mirjam van der Ven geeft een indruk hoe er met het vernieuwde programma De Vreedzame School met jonge kinderen gewerkt wordt aan ‘democratisch burgerschap’ en aan opvoeden vandaag de dag.
Mirjam van der Ven (Eduniek / CEDGroep)
13. Sociaal-emotioneel onhandig? Lekker in je vel!
De deelsessie diept een aantal gebieden uit Vversterk (sociale en emotionele ontwikkeling, motoriek en sensomotoriek, taal, spel en observeren) verder uit en zet ze in samenhang. De presentatie is geschikt voor pedagogisch medewerkers, peuterleidsters, kleuterleerkrachten, interne begeleiders en leidinggevenden.
Marjan Visser en Marianne Wiegmans (OCGH advies)
14. De kracht van een opbrengstgerichte manager
We gaan in op de uitgangspunten van effectief werken en geven handvatten hoe deze uitgangspunten kunnen worden vertaald naar de praktijk. Daarnaast komt de vraag aan de orde wat managers moeten kennen en kunnen om het maximale uit jonge kinderen te halen en resultaten te verbeteren.
Gerreke Gierveld en Anne-Lène van Schie (Expertis onderwijsadviseurs)
15. Pedagogisch leiderschap
Emmeline Bijlsma en Alie Kammenga laten een praktijkvoorbeeld zien van pedagogisch leiderschap voor het versterken van pedagogische kwaliteit in een kinderopvangorganisatie. Zij schetsen de context van de Vversterk-professionalisering in Huizen en de verschillende interventies van directie en management. Samen met de deelnemers gaan zij na hoe pedagogisch leiderschap eruit kan zien en wat de kritische succesfactoren zijn. Hierbij geven zij de deelnemers beleidsadviezen mee.
Emmeline Bijlsma (directeur Montris Kinderopvang, Huizen) en Alie Kammenga (APS Utrecht)
16. Werken met de Kijkwijzer Taal en VVE
De Kijkwijzer Taal en VVE verbindt de taaldoelen voor 4- en 6-jarigen (SLO/UvA) met de kennis en vaardigheden die nodig zijn om jonge kinderen bij het behalen van deze doelen te begeleiden. De leerkracht/leidster maakt zelf een keuze welke doelen zij wil versterken. Door middel van coaching met filmopnamen in de eigen groep kan zij hierin begeleid worden. De Kijkwijzerkaarten en beeldmateriaal uit de praktijk worden gebruikt om te oefenen in het maken van de koppeling tussen de taaldoelen van de kinderen en de vaardigheden van de leidsters en leerkrachten.
Sandra Siere en Anneke Zielhorst (ABC onderwijsadviseurs)
17. Media en het jonge kind
Aan de hand van een nieuw ontwikkelde training voor pedagogisch medewerkers in het kader van het project Digidreumes en van Het Kinderopvangfonds gaan we in op de verschillende mogelijkheden om media in te zetten bij het werken met jonge kinderen en hun ontwikkeling. Naast tips en inspirerende voorbeelden gaan we uiteraard ook even aan de slag in een mini-werkatelier. Doet u mee?
Denise Bontje (Sardes)
18. De pilot peutergroepen
Wat verstaan we onder de pilot peutergroepen? Kun je met peuters opbrengstgericht werken? Hoe kunnen leerkracht en pedagogisch medewerker elkaars kwaliteiten benutten en leiding geven aan de peutergroep? Laura Zwoferink en Henrieke van den Ende laten zien en horen hoe het in de praktijk in Borssele verloopt.
Laura Zwoferink (Driestar onderwijsadvies) en Henrieke van den Ende (leerkracht peutergroep Borssele)
19. Natuurlijk VVE
In de deelsessie komt het belang van natuur, natuurspel en natuurbeleving binnen VVE aan de orde. Welke relatie is er met de VVE-doelgroep? Er wordt stilgestaan bij de betekenis van actief leren in de natuurlijke context: natuur en natuurmaterialen bieden een ingang naar actief en betekenisvol leren.
Lilian van der Bolt (Sardes) en Marc Veekamp (Veldwerk Nederland)
20. VVE op het platteland biedt kansen!?
Gemeenten met kleine kernproblematiek staan voor de uitdaging om VVE sterker en efficiënter te organiseren. Deze deelsessie gaat in op de vragen rond spreiding, bereik en geeft handvatten om met uw eigen gemeente in gesprek te gaan.
Marga Salakory en Anne Marie Klomp (Giralis Groep)
21. Opbrengstgericht werken met jonge kinderen: ontwikkelingskansen en talent benutten!
We laten zien wat de meerwaarde is van opbrengstgericht werken, welke stappen er horen bij opbrengstgericht werken, wat de rol is van de leerkracht/pedagogisch medewerker en die van de manager. Maar we gaan vooral in op de vraag hoe je speels en laagdrempelig opbrengstgericht kunt werken, ook met jonge kinderen, zonder dat het schools is! Ontdek hoe je bijvoorbeeld op het gebied van rekenen ook jonge kinderen speels kunt stimuleren in hun ontwikkeling.
Marianne van Teunenbroek en Heleen Versteegen (Sardes)
